donderdag 27 augustus 2015

Een vlucht regenwulpen - Maarten 't Hart

 1978
 186
1e druk: 1978

Dit boek heb ik begin klas 4 (2014) gelezen omdat wij toen de hele klas dit boekje kreeg van school. Samenvatting (scholieren.com) :Maarten, de hoofdpersoon, groeit op als enig kind in een streng gereformeerd gezin. Hij is een heel eenzaam kind, dat het liefst zich terugtrekt in de natuur. Vandaar dat hij vaak met zijn roeiboot door de rietlanden vaart om de verschillende soorten vogels en andere dieren te bewonderen. Er zijn geen andere kinderen om mee te spelen, maar hij is wel graag in het gezelschap van zijn moeder. De relatie met zijn vader is daarentegen niet goed want die is streng en geeft zijn zoon al voor het kleinste vergrijp regelmatig een pak slaag. Hij komt nooit buiten het gebied rond zijn huis, zijn eerste contact met de buitenwereld is als hij in het dorp zijn amandelen moet laten knippen. Vanaf dat moment heeft hij de rest van zijn leven pleinvrees.Korte tijd later gaat hij naar de lagere school. Ook daar kan hij geen contacten met leeftijdgenoten leggen en is hij altijd alleen. Zijn meester vindt hem slim en trekt hem voor boven de andere kinderen. Hij wordt in een apart kamertje gezet waar hij rustig vooruit kan werken. De reactie van de andere kinderen is natuurlijk negatief. Na school wordt hij dan ook achtervolgd door een aantal jongens die hem het meeste pesten. Maar Maarten is heel sterk en verweert zich door een van de jongens in een hoop koeienstront te duwen en de andere drie hard te slaan. Sindsdien hebben de jongens Maarten nooit meer achtervolgd. Als hij op de middelbare school komt wordt hij verliefd op Martha. Hij ontmoet haar bij de redactie van de schoolkrant waar hij in zit. Omdat hij nooit wat tegen haar durft te zeggen, geeft zijn enige vriend Johan Koster hem het advies in de schoolbibliotheek te gaan werken, want daar komt Martha vaak. Omdat Maarten duidelijk verliefd is op Martha, wordt hij op school gepest. Martha hoort daardoor ook al gauw dat Maarten verliefd op haar is en geeft de indruk bang te zijn voor hem. Hij stelt zijn ouders voor dat hij naar een andere kerk gaat de komende zondag in de hoop dat hij haar daar zal zien. Zijn vader ontsteekt in woede bij dit voorstel en denkt dat de duivel in hem is gevaren. Zijn moeder begrijpt echter dat het om een meisje gaat en geeft hem toestemming om naar Martha’s kerk te gaan. Daar krijgt hij de schrik van zijn leven, want Martha leunt tijdens de dienst met haar hoofd op de schouder van een man. Hij gaat sterk twijfelen aan zijn geloof: “ Wat heeft het voor zin als je na de dood naar de hemel gaat terwijl je geliefde je niet ziet staan?”Na zijn middelbare schooltijd gaat Maarten celbiologie studeren in Leiden. Eerst woont hij bij zijn oom en tante op kamers, maar als deze overlijden en zijn vader kort daarna ook overlijdt, trekt hij in bij zijn moeder. Hij houdt heel veel van zijn moeder en vindt het dan ook afschuwelijk als zijn moeder keelkanker krijgt. Omdat hij haar zo ziet lijden, raakt hij nog verder van zijn geloof af. Vlak voor de dood van zijn moeder komen er twee ouderlingen van de kerk op bezoek bij hen. Wanneer zij zeggen dat zijn moeder niet naar de hemel zal gaan door een zonde die zij zou hebben begaan en Maarten bovendien het verwijt krijgt dat hij de laatste tijd te weinig in de kerk komt, breekt hij uit in woede. Hij gooit de twee de deur uit en smijt er zelfs één in het water. Wederom ervaart hij het geloof als bedrog. De dag daarop overlijdt zijn moeder. Op het moment van haar overlijden ziet Maarten een vlucht regenwulpen overvliegen. Dit is een heel emotioneel moment voor hem. Maarten woont nu als hoogleraar in de celbiologie alleen in zijn ouderlijk huis. Op het moment dat het boek begint, is hij druiven aan het plukken voor Jakob en Jacqueline, omdat zij gaan trouwen. Op de receptie van Jakob en Jacqueline ontmoet hij de zus van Martha. Hij praat een tijdje met haar en maakt een afspraak om met haar naar een concert te gaan. Later op die avond wordt hij opgeschrikt door een dwanggedachte dat hij nog maar veertien dagen te leven heeft. Hij rijdt een auto aan en ziet dit als een voorteken van zijn naderende dood. Dit gevoel wordt kort daarop nog versterkt doordat hij in zijn laboratorium zijn hand verwondt. Een paar dagen later gaat hij naar een reünie van zijn oude middelbare school, in de hoop dat hij daar Martha weer ziet. Zij is inderdaad aanwezig en zegt hem zelfs goedendag. Ze is al getrouwd en heeft twee kinderen van wie ze foto’s laat zien. Maarten is heel blij met deze ontmoeting, maar het levert verder geen nader contact op. Maarten gaat vervolgens naar een congres over weefselkweek in Bern en wordt daar ontvangen door een vrouwelijke Franse collega, die Adrienne heet. Samen met haar gaat hij uit eten. Ook al is ze tien jaar ouder dan hij, toch voelt hij zich tot haar aangetrokken. Hij houdt een lezing, waarna een feest plaatsvindt. Maarten heeft het niet naar zijn zin want hij ziet dat Ernst, een andere collega, en Adrienne het wel erg goed kunnen vinden met elkaar. De dag daarna gaan ze een tocht door de bergen maken en hierbij komt Maarten ten val. Hij ziet zichzelf dan al dood gaan. De nacht daarop ziet hij in een koortsvisioen het gezicht van Martha vervagen, wat hem een vredig gevoel geeft. Dit is tevens het einde van het boek.OnderwerpEenzaamheid, er niet bij horen (buitenstaander zijn)TaalgebruikIn het begin moest ik even wennen aan de manier waarop het boek geschreven was: lastige, ouderwetse woorden, lange en langdradige zinnen vol informatie. Dit maakt het lezen af en toe wel wat saai...
Thema's
Liefde, dood, geloof, relaties

Mening:
Ik was niet weg van dit boek. Ik vond de zinnen te langdradig zonder dat er nou heel erg veel informatie in verteld werd. Echter vind ik het wel erg knap geschreven, je moet toch wel een over een talent beschikken wil je zo'n boek kunnen schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten